Samenwerken in de keten o.b.v. eigen deskundigheid

Het is bijna 2015, de 1e Kamer heeft goedkeuring gegeven aan de invulling van de decentralisaties, dus gemeenten en zorgaanbieders kunnen gezamenlijk een plan opstellen hoe de burger straks het beste is geholpen.

Wat moet er gebeuren?

  1. Gemeenten moeten principe-afspraken gaan maken met veel zorgaanbieders (bestuurlijke aanbesteding).
  2. Er zullen outcomecriteria moeten worden vastgesteld om aan de strenge kwaliteitseisen van de zorg te voldoen.
  3. Met de burger/client zal moeten worden overlegd aan welke zorg behoefte is.
  4. Geautomatiseerde systemen worden aan elkaar geknoopt of in het gunstigste geval is er sprake van één systeem. Eén systeem is vanwege de vereiste communicatie tussen ketenpartners (cliënt/gemeente/zorgaanbieder) verreweg te prefereren boven de aan elkaar geknoopte systemen.
  5. Veel data zullen moeten worden uitgewisseld.

Gemeenten zullen zich specialistische zorgkennis eigen moeten maken. Dat betekent externe deskundigen inhuren of eigen ambtenaren opleiden.

Het lijkt een schier onmogelijke opgave om dit in amper vier maanden tijd te realiseren.
In de verschillende gremia wordt er nu druk overleg gevoerd welke cliënten/gezinnen welke zorg nodig hebben, m.a.w. de nadruk ligt sterk op de zorginhoudelijke component.
Uitgaan van deze zorginhoudelijke component betekent dat er veel privacy gevoelige gegevens in systemen worden opgenomen en uitgewisseld.
De zorginhoudelijke benadering zorgt er tevens voor dat de vele zorgaanbieders hun uiterste best zullen doen om een zo groot mogelijk deel van de zorg te leveren. Zorgaanbieders zijn vaak concurrenten van elkaar en een ieder wil immers het beste voor de cliënt.

M.i. werkt een andere benadering effectiever en past het beter bij de omslag naar eigen verantwoordelijkheid.

De vraag is:
Hoe kan een dergelijk project redelijk snel worden geïmplementeerd en toch resulteren in een win-win situatie?

  • In de eerste plaats zal geïnventariseerd moeten worden welke (zorg)producten en –diensten tot nu toe zijn geleverd door de verschillende zorgaanbieders.
  • Vervolgens dienen de processen te worden beschreven volgens welke deze producten en diensten worden geleverd aan cliënt/gezin. Dit is niets anders dan de administratieve organisatie die men nu ook al kent van andere processen, met dit verschil dat de procesbeschrijving van de “intake cliënt/burger” is ondergebracht bij de frontoffice(!) van de gemeente en de “registratie” (= vastlegging zorginhoudelijke component) bij de zorgaanbieder. Deze heeft immers de meeste kennis van de zorg. De “verantwoording” van de geleverde zorg is ook een activiteit die de zorgaanbieder doet aan de gemeente.
  • Als laatste dienen de actoren (medewerkers bij de ketenpartners) in beeld te worden gebracht. Zij zijn immers verantwoordelijk (zelfsturing!) voor een transparant zorgproces.

Waarom de driedeling (intake, registratie en verantwoording)?
Uiteindelijk gaat het niet alleen om de zorg voor de cliënt maar ook om de financiën, immers de totale gemeentebegroting bestaat straks voor 40%-50% uit zorg en welzijn.
Wat tijdens de intake is afgesproken (uren * tarief) zal gelijk moeten zijn aan de geregistreerde zorg en de verantwoorde zorg. Een zorgaanbieder zal over het algemeen niet meer zorg mogen leveren dan is afgesproken bij de intake.
Elk zorgproces kent deze drie deelprocessen.
Deze werkwijze zorgt er voor dat alle activiteiten binnen de decentralisaties daar worden uitgevoerd waar ze thuishoren.

Enkele voordelen:

  • Gemeenten houden zich alleen met de intake van de cliënt bezig en niet met de inhoudelijke zorg;
  • Zorgaanbieders houden zich met zorginhoud bezig en verantwoorden dit bij de gemeente;
  • De regisseur binnen de gemeente is verantwoordelijk voor de totale communicatie met de ketenpartners;
  • Op basis van outcomecriteria krijgen zorgaanbieders zorgprocessen of een deel daarvan toegewezen;
  • Er is sprake van één gezin, één plan en één regisseur.

Conclusie: Bij de uitvoering van de decentralisaties zal de nadruk niet moeten liggen op de zorginhoud maar op de communicatie tussen ketenpartners (cliënt / gemeente / zorgaanbieders).