Als gevolg van de decentralisaties van AWBZ-taken, jeugdzorg en participatiewet zien gemeenten en zorgaanbieders (ketenpartners) zich voor een enorme uitdaging geplaatst. De komende twee jaar zullen niet alleen deze zorgtaken worden overgeheveld van rijk en provincie naar gemeenten maar zullen er ook afspraken moeten worden gemaakt met de ketenpartners hoe deze taken moeten worden uitgevoerd. De vergrijzing in onze regio neemt toe waardoor de zorgvraag ook nog eens groter wordt. Bovendien zullen de financiële middelen drastisch worden verlaagd waardoor er een zware druk op de personele bezetting van de verschillende zorgaanbieders wordt gelegd. In het hele sociale domein zijn veel zorgaanbieders actief die diensten leveren zoals jeugdzorg, zorgzwaartepakketten, thuiszorg, activiteiten op het gebied van werk en inkomen enz. Dit wordt ook wel een zorgtraject genoemd. Dit vereist veel afstemming tussen enerzijds zorgvragers (burgers/cliënten) en anderzijds zorgbemiddelaars en zorgaanbieders.
De huidige processen zijn daar niet voor ingericht, zodat we ons zorgen moeten maken hoe dat in de toekomst allemaal geregeld moet gaan worden. De onderlinge afstemming tussen zorgaanbieders en cliënten m.b.t. zorglevering laat nu nog wel eens te wensen over waardoor binnen één gezin wel 10-15 zorgaanbieders actief kunnen zijn zonder dat ze van elkaar weten welke afspraken er zijn gemaakt om het gezin adequaat te helpen. De huidige geautomatiseerde systemen sluiten niet op elkaar aan, de verschillende gegevens die hierbij worden gebruikt zijn niet uniform en eenduidig en controles worden in veel gevallen achteraf uitgevoerd, als ze al worden uitgevoerd. Hierdoor nemen niet alleen de (financiële) risico’s voor de ketenpartners toe, maar zijn de systemen ook fraudegevoelig. In het regeerakkoord van VVD en PvdA staat dat er binnen de decentralisaties sprake moet zijn van één gezin, één plan en één regisseur. In de praktijk betekent dit dat er overzicht moet zijn welke burger/cliënt/gezin welke zorg ontvangt. De gemeente zal als regisseur en veelal als financier hierbij een belangrijke positie innemen. De geautomatiseerde systemen van gemeenten en zorgaanbieders aan elkaar knopen is geen optie omdat het jaren gaat duren voor een en ander is gerealiseerd.
Een mogelijkheid is om het hele sociale domein op te nemen in één systeem waarin alle zorgaanbieders zijn opgenomen die een overeenkomst (zgn. bestuurlijke aanbesteding) hebben met de gemeente. Hoewel de regisseursfunctie bij de gemeente ligt, hebben in principe alle ketenpartners toegang tot dit systeem, van huisarts tot ziekenhuis en van zorgverzekeraar tot hulpmiddelenleverancier, met dien verstande dat de regisseur bepaalt welke zorgaanbieder welke diensten mag leveren. Multizorgproblematiek binnen een gezin wordt opgelost omdat zowel gemeente als zorgaanbieders van elkaar weten welke zorgvorm aan welk gezinslid is gegeven en wat voor effect dat heeft gehad. Dit wordt ook wel beleidgestuurde contractfinanciering genoemd.
Stel een gezin voor (vader, moeder, zoon en dochter) met een inwonende oma die aan een lichte vorm van dementie lijdt. De vader is bouwvakker met een lage opleiding en regelmatig werkloos, de moeder heeft een alcoholprobleem, de dochter heeft leerproblemen op school en zoonlief komt regelmatig in contact met de politie in verband met criminele activiteiten. Door het gebruik van één systeem is de regisseur in staat om van de verschillende vormen van zorg die worden gegeven door meerdere zorgaanbieders een volledig overzicht te behouden en na te gaan op welke wijze dit gezin het beste is geholpen. De volgorde van de verschillende processtappen wordt bepaald door het systeem, zij het dat deze processtappen initieel door de uitvoerende zorgaanbieder zijn gedefinieerd. De regisseur kan een zorgaanbieder dwingend opleggen welke controles er in het proces moeten worden uitgevoerd en aan welke kwaliteitseisen een bepaalde zorgmedewerker moet voldoen. Bij een dergelijke toepassing gaat het niet om gegevensverwerking maar om de communicatie tussen cliënt, organisatieleden onderling en tussen de verschillende zorgaanbieders. Het systeem werkt even simpel als effectief.
Alle gemeenten willen voor hun burgers graag een laagdrempelige toegang tot het zorgloket, centrum voor jeugd en gezin, werkplein e.d. Op het moment dat de eerste intake binnen een zorgtraject is geweest heeft de regisseur mogelijkheden om bepaalde zorg in te zetten. Hij kan ketenpartners aanwijzen die bepaalde zorg mogen leveren. Zodra het zorgtraject is gestart worden de verschillende activiteiten volgens een bepaald protocol automatisch afgehandeld. Wanneer zich een wijziging voordoet in het zorgproces heeft de regisseur de mogelijkheid om een ander proces te starten, waarbij hij/zij een bepaalde zorgaanbieder kan selecteren. De betreffende zorgaanbieder die de vereiste rechten heeft in het systeem krijgt dan automatisch een melding om een nieuw zorgproces te starten. Door te werken met één systeem is het mogelijk om alleen zorg te leveren wanneer er een rechtmatige indicatie is afgegeven. Doordat alleen die instanties in het traject zitten die toegang mogen hebben tot het proces worden de activiteiten op elkaar afgestemd en vinden er geen overbodige werkzaamheden plaats. Zodra een zorgtraject wordt beëindigd krijgen alle relevante ketenpartners hiervan een melding. Grote voordelen bij een dergelijk systeem is dat de communicatielijnen tussen de verschillende actoren in het proces worden verkort en dat controles vooraf worden uitgevoerd en niet achteraf waardoor risico’s uitgesloten. Hierdoor kunnen de administratieve lasten met 20% worden gereduceerd.
Procef heeft een dergelijk systeem Liqwise ontwikkeld en de bouw daarvan uitbesteed aan Move4Mobile. Tijdens presentaties van Liqwise wordt vaak de vraag gesteld hoe het zich verhoudt tot andere aanwezige geautomatiseerde systemen. Liqwise laat andere systemen ongemoeid, tenzij er sprake is van het overnemen van gegevens uit die andere systemen. In dat geval zal een interface die betreffende gegevens importeren. Met betrekking tot de informatievoorziening is Liqwise erg flexibel. De regisseur heeft inzicht in alle cliënten, zorgproducten, trajecten en zorgaanbieders in de regio. Zorgaanbieders hebben inzicht in waar cliënten zich in bepaalde processen bevinden. De burger/cliënt heeft binnen Liqwise toegang tot z’n eigen zorgdossier.